Boete foutief parkeren
In algemene zin is het altijd verstandig om een parkeerboete van de gemeente aan te vechten. Zo maakt de verbalisant regelmatig een fout door de boete aan de kentekenhouder op te leggen in plaats van aan de bestuurder. Als de bestuurder in of rondom het voertuig aanwezig is, mag de verbalisant de boete niet op kenteken opleggen. De verbalisant zal dan het rijbewijs van de bestuurder moeten vorderen en de bestuurder moeten bekeuren. Dit gaat vaak fout waardoor de boete moet worden vernietigd. De verbalisant moet aangeven of er een bestuurder aanwezig was. Als hij dat niet doet, moet de boete ook worden vernietigd.
Ook zitten er vaak geen foto’s in het dossier, terwijl de verbalisant doorgaans wel foto’s maakt van de overtreding. Dat betekent dat het dossier niet compleet is. Dat kan reden zijn om de boete voor fout parkeren te vernietigen. Ook een onduidelijke of donkere foto kan aanleiding zijn om de boete te vernietigen.
Een boete voor foutparkeren kent vele feitcodes. Afhankelijk van de situatie ter plaatse dient een bepaalde feitcode te worden gebruikt. Omdat er zoveel verschillende feitcodes zijn, die allen weer betrekking hebben op verschillende borden of parkeergelegenheden, worden er veel fouten gemaakt. Een fout in de feitcode kan leiden tot vernietiging of matiging van de boete.
Bezwaar maken tegen de boete
Kortom is ons advies om een boete verkeerd of foutief parkeren altijd te laten aanvechten bij een specialist. Ook als de boete in beginsel terecht lijkt te zijn opgelegd.
Boete door het verkeerd parkeren op de stoep (feitcode R315B)
Het is niet toegestaan om een voertuig neer te zetten op de stoep. Zowel het laden/lossen (stilstaan) als het parkeren op de stoep is niet toegestaan. De boete voor het parkeren op de stoep bedraagt (in 2022) € 100,= en is strafbaar gesteld in art. 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De feitcode voor het parkeren op het trottoir betreft R315B.
Er is geen bebording nodig om aan te geven dat het parkeren op het trottoir verboden is. Het enkele feit dat sprake is van een trottoir, brengt met zich mee dat het stilstaan en parkeren verboden is. Het moet wel voldoende duidelijk zijn dat sprake is van een trottoir. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft overwogen dat, omdat de definitie niet is neergelegd in de wet, een trottoir aan de hand van het spraakgebruik en de uiterlijke verschijningsvorm (voor de gemiddelde weggebruiker) herkenbaar moet zijn als trottoir.
Als niet duidelijk is dat sprake is van een trottoir, dan kan er geen boete worden opgelegd. Het is in zo’n geval verstandig om bezwaar te laten maken. Wij controleren altijd of op basis van de foto’s in het dossier voldoende duidelijk is dat sprake is van een trottoir. Als er donkere foto’s in het dossier zitten kan dat al aanleiding zijn om de boete te vernietigen, omdat dan niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een (voor de gemiddelde weggebruiker) herkenbaar trottoir.
Bij het parkeren op de stoep heeft Adviesbureau Skandara verder nog ontdekt dat het digitaal handhaven (door middel van een scanauto) niet is toegestaan. Het hof heeft Adviesbureau Skandara daarmee in het gelijk gesteld. Gemeenten gebruikten enige tijd scanauto’s om boetes op te leggen voor het parkeren op de stoep, terwijl die handelwijze niet was toegestaan. De scanauto mocht alleen worden ingezet om te checken of iemand wel op een plek voldoende parkeergeld had betaald. De scanauto mocht daarbij niet worden ingezet om te checken of het voertuig wel goed stond geparkeerd.
Boete verkeerd parkeren (feitcode R584)
Bij het verkeerd parkeren is in de meeste gevallen sprake van een parkeerverbodszone. Dit zijn zogenoemde E1-borden, waaruit volgt dat er nergens mag worden geparkeerd alleen in de daartoe bestemde parkeervakken. Deze borden kunnen soms kilometers terug gepasseerd zijn en nog steeds van kracht zijn. Als weggebruiker moet dit tijdig worden opgemerkt. De parkeerverbodszone eindigt pas als dat – eveneens door middel van bebording – is aangegeven.
De bewijslast dat een parkeerverbod is genegeerd ligt bij het Openbaar Ministerie. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft aanwijzingen gegeven waaraan het Openbaar Ministerie dient te voldoen. Zo heeft het hof bepaald dat:
a) Uit het dossier moet blijken dat de bebording vóór de pleegdatum deugdelijk was;
b) Uit het dossier moet blijken dat de bebording ná de pleegdatum deugdelijk was; én
c) Uit het dossier moet blijken dat er geen incidenten met betrekking tot de bebording hebben plaatsgevonden in de tussenliggende periode (denk aan verwijdering, vervanging of bekladding van de borden).
Dit betreft een zware bewijslast en veel zaken gaan hierdoor onderuit. Hoewel de verbalisant er doorgaans vanuit gaat dat het wel goed zal zitten met de bebording, bevat het dossier niet vaak de volledige informatie die het hof vereist. De verbalisant zal goed moeten onderbouwen – en dat vaak pas nádat het bezwaarschrift is binnengekomen – dat is voldaan aan de hiervoor genoemde eisen. Boetes voor het parkeren in strijd met een parkeerverbodszone zijn dus kansrijk om aan te vechten. Het boetebedrag voor het verkeerd parkeren bedraagt (in 2022) € 100,=.
Gevaar of hinder op de weg veroorzaken (feitcode R395)
Ook als er géén sprake is van een trottoir of parkeerverbod kan een boete worden opgelegd als het voertuig dusdanig hinderlijk of gevaarlijk staat geparkeerd, dat anderen daar last van (kunnen) hebben. Het betreft hier een overtreding van art. 5 Wegenverkeerswet (het stilstaand gevaar/hinder op de weg veroorzaken). Het boetebedrag bedraagt (in 2022) € 150,=.
De verbalisant zal echter wel duidelijk en concreet moeten aangeven om welke reden het voertuig is bekeurd. Er is namelijk sprake van een open norm (wanneer wordt nu immers gevaar/hinder veroorzaakt). Als de verbalisant niet duidelijk (genoeg) heeft aangegeven dat gevaar of hinder is veroorzaakt, zal de boete moeten worden vernietigd.
Ook als een boete – bijvoorbeeld – op de stoep staat is het voor de verbalisant niet toegestaan om een boete op te leggen voor het veroorzaken van gevaar of hinder. Het parkeren op de stoep is immers al door de regelgever strafbaar gesteld en daarbij is bepaald dat het boetebedrag € 100,= bedraagt. Dan mag de verbalisant niet een hogere sanctie opleggen (van € 150,=) ondanks dat misschien wel gevaar of hinder wordt veroorzaakt.
Uit de praktijk blijkt dat boetes die zijn opgelegd voor het veroorzaken van gevaar of hinder bijzonder vaak worden gewonnen. Het is dus zeker de moeite waard om deze boetes aan te vechten.
Boete dubbel parkeren (feitcode R398)
Van dubbel parkeren is alleen sprake wanneer een voertuig parallel aan een parkeervak wordt geparkeerd, zodat de toegang tot of het vertrek uit dat parkeervak wordt geblokkeerd. In tegenstelling tot wat men (ook verbalisanten) vaak denkt, is dus géén sprake van parkeren als er meerdere parkeervakken worden gebruikt om een voertuig te parkeren. Mocht er in dat geval een boete zijn opgelegd voor het dubbel parkeren, dan zal de boete vernietigd moeten worden. Uit het dossier zal moeten blijken, vaak aan de hand van de foto, dat sprake is van dubbel parkeren in vorenbedoelde zin. Wij controleren of het voertuig juridisch gezien dubbel staat geparkeerd. Het boetebedrag voor het dubbel parkeren bedraagt (in 2022) € 100,=.