Bewijslastverdeling in Mulderzaken
Het hof heeft in principe een duidelijk toetsingskader ontwikkeld:
De gedraging kan in beginsel worden vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant. Dit is anders als er redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van (onderdelen van) de verklaring van de verbalisant. Dit kan zijn vanwege hetgeen door een betrokkene is aangevoerd dan wel uit feiten en omstandigheden die blijken uit het dossier.
Dit klinkt wat abstract, maar met een aantal voorbeelden moet het enigszins duidelijk worden. We beginnen bij het begin.
De gedraging kan in beginsel worden vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant
Hierbij moet altijd getoetst worden aan het verwijt dat de betrokkene gemaakt wordt. Stel dat het verwijt is: ‘als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden’. Deze boete bedraagt inmiddels €350,= (tarief 2022). Stel dat de agent de volgende verklaring heeft afgelegd:
“Ik zag dat betrokkene een mobiele telefoon vasthield met zijn rechterhand. Het betrof een telefoon van het merk Iphone en de kleur was zwart. Betrokkene heeft bij de staandehouding geen verklaring willen afleggen nadat ik hem had medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was.”
Kan het verwijt nu op basis van de verklaring van de verbalisant worden vastgesteld? Het antwoord is: NEE. In dit geval win je de zaak. De verbalisant heeft namelijk niet verklaard dat hij de betrokkene zag rijden, maar alleen dat een mobiele telefoon werd vastgehouden. Maar dat is te weinig. De agent zal ook moeten verklaren dat de bestuurder TIJDENS HET RIJDEN een mobiele telefoon vasthield.
Belangrijk is dus dat de verklaring getoetst wordt aan het verwijt dat de betrokkene (degene die de boete heeft gekregen) wordt gemaakt. Dat is de eerste stap bij het beoordelen van het dossier.
Dit is anders als er redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van (onderdelen van) de verklaring van de verbalisant
Stel nu dat de verklaring van de verbalisant als volgt luidt:
“Ik zag dat betrokkene tijdens het rijden op de Koningstraat een mobiele telefoon vasthield. Mijn collega, verbalisant J. de Vries, zag betrokkene ook een mobiele telefoon vasthouden toen hij stilstond bij het verkeerslicht.”
De gedraging kan in beginsel worden vastgesteld omdat er een verbalisant is die heeft verklaard dat betrokkene tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthield. De verklaring is echter tegenstrijdig, omdat de verbalisant aangeeft dat een collega het feit heeft waargenomen toen betrokkene stilstond bij het verkeerslicht (en dat is toegestaan). De verklaring is daarmee dusdanig verwarrend dat er redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant. Ook deze zaak zal daarmee gewonnen worden. De zaak wordt gewonnen omdat er moet worden getwijfeld aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant op grond van feiten en omstandigheden die blijken uit het dossier.
Er kan echter ook worden getwijfeld aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant vanwege hetgeen door de betrokkene is aangevoerd
Stel dat de verklaring van de verbalisant als volgt luidt:
“Ik zag betrokkene rijden op de autosnelweg A12 ter hoogte van Gouda met een mobiele telefoon zijn hand.”
De betrokkene schakelt Adviesbureau Skandara in en upload zijn boete via de website. Bij het uploaden worden ook 2 getuigenverklaringen meegestuurd van medepassagiers in de auto. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat geen sprake was van het vasthouden van een mobiele telefoon maar van een laptoplader, hetgeen door de verbalisant ten onrechte is aangezien als een mobiele telefoon.
De verklaring van de verbalisant is in beginsel voldoende, maar wel erg mager. Aan de andere kant heeft betrokkene de zaak aangevochten en onderbouwd met 2 getuigenverklaringen dat géén sprake was van een mobiele telefoon. De agent heeft ook geen merk of type genoteerd. Hoewel dit niet verplicht is, leidt het wel sneller tot twijfel dan als de agent ook een uitgebreide en gedetailleerde verklaring heeft afgelegd. De kans dat deze zaak wordt gewonnen is dus groot. Hoewel elke rechter op zijn eigen manier een afweging maakt, is dit een kansrijke zaak om voor te leggen aan de kantonrechter.
De verbalisant zal altijd een verklaring moeten afleggen. Zonder verklaring kan de gedraging niet worden vastgesteld en kan de boete met succes worden aangevochten. Tot zover de bewijslastverdeling – in een notendop – in Mulderzaken.
Matiging op grond van bijzondere omstandigheden
Stel nu dat de verklaring van de verbalisant hartstikke duidelijk is, je de gedraging wel hebt gepleegd maar genoodzaakt was op dat moment. Laten we het concreet maken met een voorbeeld:
Je rijdt over de Nieuwehaven in Gouda en ziet dat een oude dame wordt beroofd van haar handtas. Je ziet de dief de tas grijpen en wegrennen richting Basic Fit. Je zet je auto snel aan de kant en gaat rennend achter de dief aan. Je grijpt de dief, belt de politie en ontfermt je over de dame in kwestie. Na een heldhaftig optreden, dat zo’n halfuur heeft geduurd, keer je terug naar je auto. Wat blijkt: een boete wegens het parkeren in strijd met een parkeerverbodszone. Boetebedrag € 109,= inclusief administratiekosten. ONTERECHT, hoor ik je denken.
Juridisch gezien kan de gedraging worden vastgesteld als de verbalisant heeft verklaard dat hij het voertuig heeft zien staan zonder laad- of losactiviteiten in een zone waar een parkeerverbod van kracht is. Dat brengt mee dat de gedraging (juridisch gezien) kan worden vastgesteld.
Vervolgens moet er een volgende vraag beantwoord worden: zijn er bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om het opleggen van een sanctie achterwege te laten of te matigen?
De verbalisant had geen weet van het heldhaftige optreden en ziet een foutgeparkeerde auto en legt een boete op. De verbalisant heeft geen bestuurder gezien bij het voertuig en kan dus geen rekening houden met de omstandigheden van het geval. Bij het aanvechten van de bekeuring kun je echter de omstandigheden wél uitleggen. Met een getuigenverklaring van de dame in kwestie, die alles heeft bevestigd, is het verhaal goed onderbouwd. In dit geval is de kans groot dat de rechter de boete zal matigen (misschien zelfs tot € 0,=). Ook in zo’n geval is het aanvechten van een boete dus zeker zinvol en kansrijk.
Maar stel nu dat de gedraging kan worden vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant, je de gedraging ook gepleegd hebt, er geen heldhaftige omstandigheden waren én je ook geen andere bijzondere omstandigheden hebt waardoor je de overtreding hebt gepleegd. Je hebt wel een ander probleem. Je bent kostwinner in een gezin met 2 kinderen, je bedrijf is net failliet gegaan en het is een financiële puinhoop op dit moment. Kan je dan ook met succes de boete aanvechten?
Het antwoord is: JA! Ook op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden kun je een boete aanvechten. De rechter zal rekening houden met het feit dat je als kostwinner bent weggevallen en het financieel erg moeilijk hebt om een boete van € 350,= te betalen. Hoewel je natuurlijk wel fout bent geweest, kunnen bijzondere persoonlijke omstandigheden op grond van de wet wel leiden tot een lagere boete. De rechter zou de boete dus (bijvoorbeeld) kunnen vaststellen op € 100,= waarmee dus voldoende rekening wordt gehouden met de specifieke persoonlijke omstandigheden van het geval. Belangrijk is om te benadrukken dat het wel moet gaan om bijzondere omstandigheden. Het verliezen van een baan of bedrijf hoeft namelijk niet altijd te leiden tot financiële ellende.
Er zijn dus genoeg redenen te bedenken om een boete aan te vechten. Al is het alleen maar om de ‘check’ te doen of de gedraging kan worden vastgesteld. Deze check doen wij uiteraard en doen we ook geheel kosteloos. Je kunt ons echter wel helpen met het opsturen van getuigenverklaringen, foto’s van de locatie of andere bewijsmiddelen. Daarmee wordt de winkans hoger.
Wij denken ook graag mee bij het aanvechten van een boete. Wij kunnen waarschijnlijk beter inschatten wanneer sprake is van een bijzondere situatie waar de rechter mogelijk rekening mee zal houden.